Espeleo Club La Vall d’Uixó verkent grotten in hart van de Serra d’Espadà

De Speologie Club La Vall d’Uixó heeft een nieuwe expeditie ondernomen in het hart van de Serra d’Espadà in de gemeente Alcúdia de Veo. Om een reeks grotten van tektonische oorsprong met grote geologische en historische waarde te verkennen.

Het doel lag bij een van de twee bergtoppen die bekendstaan als “Las Dos Tetas” (De Twee Tepels), gelegen tussen de Collado de la Nevera en de Pico de la Rápita – de hoogste top van het gebergte.

Deze twee bergen vallen op door hun bijna perfecte symmetrie. De noordelijkste heet El Fortín en bestaat uit kalksteen, in tegenstelling tot zijn tweelingberg, die uit zandsteen is opgebouwd.

Een strategische plek met militaire geschiedenis

Op de top van El Fortín zijn nog steeds verdedigingsmuren uit de Spaanse Burgeroorlog te vinden, opgetrokken uit steen en mortel, en in opvallend goede staat.

In dit gebied liggen vijf grotten die in 1987 werden verkend en in kaart gebracht door de Grup d’Espeleologia de Sant Vicent del Raspeig (GESAP), allemaal met een gemeenschappelijke tektonische oorsprong.

Tijdens deze expeditie bezocht het clubhuis grotten 3, 4 en 5, terwijl ze de ingang van grot 1 observeerden en grot 2 voor een later moment bewaarden.

Sima Fortín 4: de diepste en meest spectaculaire

De meest opvallende grot is Fortín 4, die zich ontwikkelde langs een breuklijn met een helling van wel 50 graden. De grot heeft twee opeenvolgende schachten van 15 en 10 meter diep, met daartussen een brede en comfortabele passage.

Aan het einde bereikten de speleologen zones die niet op de oorspronkelijke kaart stonden: één met lithochemische formaties en kristalhelder stilstaand water, en een andere die nog niet volledig is verkend. Ook werd een grote hoeveelheid spinnen aangetroffen.

Grotten Fortín 3 en Fortín 5

Grot nummer 3, vlakbij de verdedigingsmuren, is een breuk met weinig bijzonderheden, bestaande uit een reeks hellingen en kleine afgronden. Fortín-5 heeft een verticale schacht van 8 meter en twee zones: een lange helling die eindigt in een versmalling.

Ook een zuidelijke route met afgronden die naar het diepste punt van de grot leiden.